Waarom het sociaal leenstelsel omarmt zou moeten worden door iedereen

De grootschalige opleidingen aan de universiteit zorgen voor een daling van de kwaliteit van het onderwijs, daarom moeten we zoveel mogelijk streven naar kleinschalige opleidingen. Dat is één van de conclusies uit de bundel ter gelegenheid van de Nacht van de Universiteit (6 op 7 juni). Wie zich afvroeg hoe deze kleinschaligheid bereikt gaat worden, heeft met het sociaal leenstelsel zijn antwoord gevonden.

Het probleem van grootschalige opleidingen is overduidelijk: iedere student snakt naar dat persoonlijk contact met de docent. We zien het liefst dat de docent binnen een paar dagen de tentamens en opdrachten heeft nagekeken en dat kan alleen als er maar een beperkt aantal tentamens is om na te kijken. Bovendien stimuleert een laag aantal studenten de docenten om niet te kiezen voor de meerkeuzetoets, de gruwel van de student. Reden genoeg om het aantal studenten per docent omlaag te halen.

Dit doel kan via verschillende wegen bereikt worden. Men kan er bijvoorbeeld voor kiezen om meer docenten aan te nemen: het werk kan verdeeld worden, klassen kunnen kleiner, meer persoonlijke begeleiding, maar helaas ook meer salaris dat uitbetaald moet worden. Dat is dus geen optie met de bezuinigingen die doorgevoerd moeten worden. Studentenquota dan? Dergelijke quota betekenen over het algemeen dat geselecteerd gaat worden op kwaliteit, maar het Nederlandse onderwijs staat erom bekend dat falen in het verleden geen garantie hoeft te zijn voor de toekomst. Dit plan kan dus ook door het afvoerputje worden geloosd.

Gelukkig is daar het sociaal leenstelsel. De basisbeurs wordt afgeschaft en vervangen door een lening. De zuinige genen van de Nederlander slaan op hol bij dergelijke berichtgeving: een schuld al direct aan het begin van je loopbaan! De Nederlander staat (of stond?) bekend om zijn spaarzaamheid, een lening sluit je niet gedachteloos af. De aanvullende beurs is wel nog steeds een gift, maar het gegeven dat iedereen sowieso een lening af moet sluiten, dat schrikt af. Gevolg van de invoering van het sociaal leenstelsel zal dus zijn dat er minder studenten komen. 

Bovendien schrikt het niet iedere willekeurige student af: de leergierige student zal willen studeren, schuld of geen schuld. Met een sociaal leenstelsel in het achterhoofd zal je enkel nog willen studeren als je ook zeker weet wat je ermee gaat doen. Er zullen doelen geformuleerd worden, de hoge ratio van studenten die beginnen aan een studie, maar realiseren dat ze de verkeerde studie hebben gekozen zal ook dalen.

Er worden kanttekeningen geplaatst bij het plan dat nu op tafel ligt, maar de universiteit zou dit plan moeten omarmen. Iedereen profiteert van het sociaal leenstelsel: de student, de docent en uiteraard de overheid. Op naar kleinschaligheid, raak die basisbeurs maar kwijt!

Deze opinie werd op 28 mei gepubliceerd op The Post Online