Hoe kunnen we het hedendaagse conservatisme duiden?

Er waart een spook door Europa, althans: in ieder geval door Nederland. Het is het spook van conservatisme. De Tegenlicht-uitzending van 24 mei jongstleden getiteld Lekker conservatief was een poging om dit spook te vatten, wat sinds een paar jaar door ons land heen waait. Het programma volgde Tom de Nooijer, SGP-er en het jongste gemeenteraadslid van het Gelderse Oldebroek. Vanuit deze traditionele hoek ziet hij de opkomst van Baudet met vreugde tegemoet: het is weer hip om rechts te zijn. De aflevering begint met een tafereel dat bij mij althans grote gevoelens van nostalgie opwekte: het gezin De Nooijer zit aan tafel en eet macaroni met ketchup, maar niet alvorens te bidden voor het eten. Dochterlief kan bijna niet wachten om aan te vallen en onderbreekt voortijdig haar gesloten ogen om verlekkerd naar het eten te kijken dat voor haar staat. Een ieder die geboren en getogen is in een protestants christelijk gezin kan dit herkennen en het doet daarmee verlangen naar vervlogen tijden, terwijl dit tafereel zich in de huidige tijd afspeelt. Het feit dat de documentaire kiest voor dit beeld als introductie zegt ook alles over de wijze waarop ze het conservatisme naar voren willen schuiven: er zit een religieus element in, maar het is ook een simpele wereld. Hier geen quinoa burgers met bosui met een tapenade van avocado, maar gewoon: macaroni met ketchup. Klopt dit beeld echter wel? Kunnen we conservatisme duiden als de hang naar een simpele wereld? Wat betekent het om conservatief te zijn in de 21e eeuw?

Om het hedendaagse conservatisme te duiden kijken we naar de manier waarop de mannenbeweging zich verhoudt tot het feminisme en dit doen we aan de hand van Robert Bly en het gesprek in De Nieuwe Wereld met Frank Koerselman. We zullen het ook leggen naast de traditionele psychologie zoals G. H. Mees die naar voren brengt, omdat het zichzelf opwerpt als hoeders van het cultuurchristendom. We zullen ten slotte zien hoe in the Young Pope een beeld wordt geschapen van een conservatisme waar het hedendaags conservatisme niet in de buurt komt. Middels deze contrast beweging hoop ik een tentatief beeld te schetsen van het hedendaagse conservatisme en aldus een antwoord te formuleren op de hiervoor gestelde vragen.

De mannenbeweging en het feminisme
De eerste vraag die wij onszelf kunnen stellen is de vraag hoe de conservatieve beweging zich verhoudt tot een andere beweging die in onze tijd veel aanhang heeft: het feminisme. Hiervoor grijpen we naar Robert Bly.

Robert Bly is een van de aanjagers van de mannenbeweging van de jaren ‘80 en ‘90. Alleen al om die reden is het interessant om hem te koppelen aan het huidige conservatisme. Vaak wordt het huidige conservatisme geduid aan de opkomst van de zogeheten ‘alt-right’ die zich op fora als 4chan heeft kunnen ontwikkelen als een beweging voor rechten van mannen waarbij zogeheten ‘incels’ (een afkorting van involuntary celibate, verwijzend naar de afwijzing van vrouwen om deze mannen toe te laten treden tot het domein van ‘echte’ mannen) een belangrijk deel van de cultuur vormgeven. [1] Waar deze mannenbeweging echter niets van het feminisme moet hebben, ziet Robert Bly zijn bijdrage juist als een proponent van het feminisme.

Wat hij in The Sibling Society (1996) naar voren brengt is dat de Amerikaanse samenleving van die tijd te kampen heeft met het wegvallen van de vaderlijke rol. De vaderlijke rol, zo stelt hij, wordt getypeerd door het super-ego. In de Freudiaanse psychoanalyse is de super-ego de plek waar regels worden gesteld: het is het normerende kader. De revolutie van 1968 was erop gericht om dit normerende kader te doorbreken en daarmee was dit een revolutie tegen de vaders. Hij anticipeert hiermee Frank Koerselman, die bij De Nieuwe Wereld in gesprek is over zijn boek Ontvadering (2020) en eveneens het ageren tegen autoriteit gelijkstelt met het ageren tegen de vader. Waar Bly schrijft in de Amerikaanse context, schrijft Koerselman over de Nederlandse context. Waar dus beweerd zou kunnen worden dat de diagnose van Bly slechts voor overzee geldt, spreekt Ontvadering dit tegen.

De herwaardering van deze vaderlijke rol is nodig, omdat het ontbreken ervan ervoor zorgt dat mannen ongeleid worden. Ze blijven steken in de adolescentie en weten niet meer wat grenzen zijn. Bly wijst in dit verband op het begrip van de nafs, “[t]he term nafs, as understood today, refers primarily to the greedy soul.” (Bly, p.21) De adolescentie uit zich in het oncontroleerbare verlangen. Een voorbeeld van deze adolescentie kunnen we vinden in het recent verschenen NRC-artikel De grappen over sperma van een ‘aanrakerige’ docent waarin een van de studenten zegt: “[De docent] werd niet gecorrigeerd en is het [grensoverschrijdende gedrag] normaal gaan vinden.” Het corrigerende bevindt zich in de super-ego, in de vaderlijke rol, maar als die verdwijnt weten we dus niet meer hoe we anderen kunnen corrigeren. We kunnen zo concluderen dat de herwaardering van de vaderlijke rol zoals Bly dat voorstelt inderdaad past binnen het feminisme. Wat de huidige conservatieve beweging echter doet is het feminisme beschuldigen als de oorzaak van het wegvallen van de vaderlijke rol.

Deze conservatieve beweging heeft dus wel de juiste diagnose te pakken, maar heeft de verkeerde zondebok gekozen. Zoals Koerselman ook naar voren brengt: de revolutie van de jaren ‘60 was voornamelijk een revolutie van zonen tegen hun vaders, niet van het feminisme. Tegelijkertijd zijn er wel tendensen binnen het huidige feminisme waar kritisch op gereageerd kan worden, wanneer men bijvoorbeeld betoogd dat de conceptie van een vaderrol en moederrol al stereotype is en bestreden moet worden. Deze rollen zijn nodig, zoals ook blijkt uit het aangehaalde voorbeeld binnen de #metoo-context en deze rollen dienen daarom wel degelijk op waarde geschat te worden.

Religie en het conservatisme
Een ander element van het conservatisme is de religie. Thierry Baudet heeft zichzelf omschreven als een cultuurchristen en de Tegenlicht-documentaire volgde een SGP-raadslid, wat een expliciet traditioneel christelijke partij is. Het is wederom Robert Bly die hier duiding kan verschaffen, maar ook G. H. Mees kunnen we gebruiken om dit fenomeen te verklaren.

Robert Bly verwijst in zijn dertiende hoofdstuk naar de zus van Noach, een karakter verzonnen door William Butler Yeats, die niet had geleerd om symbolen te lezen. Deze wordt gecontrasteerd met Noach, die de symbolen begreep en daarom zijn ark kon gaan bouwen. De vloed is bij Bly een vloed van materialisme, maar ook van informatie. “Because information pours in from all sides, we have little attention left for symbols.” Een hoofdstuk eerder beschrijft Bly hoe de informatie die we tegenwoordig binnenkrijgen is gedevolveerd. Waar ons brein moeite moet doen bij het lezen van woorden, waar een zin een wereld kan scheppen en onze fantasie kan prikkelen, geeft het beeld direct toegang tot een bepaalde betekenis. De overgang van de tekstcultuur naar de beeldcultuur betekent een overgang van informatie waar een betwiste hermeneutische betekenis aan kan zitten naar informatie die recht voor zijn raap is. Wanneer we een vloed aan hapklare brokken informatie binnenkrijgen wordt ons brein dus niet aan het denken gezet en vergeten we wat het is ons symbolen te lezen. Wij zijn dus, aldus Bly, geworden als de zus van Noach.

Ons onvermogen om om te gaan met symbolen vinden we ook terug bij G. H. Mees. Hij was een van de eerste sociologen van Nederland, die het fenomeen religie wilde bestuderen. Zijn magnum opus is de Revelation in the Wilderness, waarin hij probeert om de grondgedachtes van de religieuze tradities te vatten. Met enig anachronisme zou het een archeologie van religie kunnen worden genoemd, à la Foucault. Het boek is opgedeeld in drie delen, waarbij de Book of Signs, het derde deel, voor ons relevant is. Hierin beschrijft hij zijn verhouding tot symboliek en zet hij zijn project van traditionele psychologie uiteen.

Wat is traditionele psychologie?
Traditionele psychologie moet allereerst afgezet worden tegen de gangbare psychologie die wordt bedreven op de universiteit. Mees heeft een sterke kritiek op het uitgangspunt waarbij enkel de ratio in het oog wordt genomen, een uitgangspunt waar filosofie haar raison d’être van heeft gemaakt. De universiteit is een instituut dat is ontstaan uit de filosofie en de ratio staat centraal, de psychologie die op de universiteit wordt bedreven is derhalve ook voornamelijk een rationele activiteit. Het probleem met een psychologie die enkel haar kennis verwekt vanuit de ratio negeert de andere faculteiten van de mens die van invloed zijn op haar psyche. Er is een lichaam met gevoelens, intuïties, percepties, rationele gedachten en geloof. Het is de traditionele psychologie die al deze onderdelen onder zich schaart.

De traditionele psychologie richt zich op de algemene menselijke geest die schuilgaat achter de uitingen en gebruiken die de mens hanteert. Haar studie-object zijn de symbolen. Symbolen worden door Mees gecontrasteerd met definities. Het is als het ware de antithese van de claire et distincte van Descartes: in de symboliek is betekenis diffuus met meerdere lagen en dus niet helder en welonderscheiden. Hier wordt de strijd die door Plato is neergezet tussen dichters en filosofen in het voordeel van de dichters beslecht. Al moet worden opgemerkt dat Mees niet pleit tegen rationaliteit. Het is geen pleidooi voor irrationaliteit, maar rationaliteit dient breder te worden opgevat dan de nauwe analytische ratio waar de westerse mens sinds Descartes mee is opgescheept.

Verhouding traditionele psychologie en conservatisme
De vraag is vervolgens hoe het conservatisme zich verhoudt tot deze traditionele psychologie, tot de verloren gewaande symboliek. Conservatief wijst doorgaans op de behoudzucht, iets willen conserveren, bewaren voor de toekomst. Er is de erkenning dat de wereld veranderd, maar de wereld moet niet zodanig veranderen dat de wereld niet meer te herkennen is zoals die was. Het hedendaagse conservatisme werpt zich nadrukkelijk op als de conservator van het christendom, waarbij de islam het moet ontgelden. Baudet heeft het begrip oikofobie gepopulariseerd, wat in letterlijke zin de angst voor het huis betekent maar in de context van zijn gedachtegoed verwijst naar de angst voor het eigene. De elite is zogezegd bezig om haar eigen zijn te verkwanselen en de groep die dit eigen zijn opslokt is de ander.

Oikofobie gaat gekoppeld met xenofilie: de liefde voor het andere. Xenofobie is hierbij de andere kant van de munt, dat is de angst voor de ander en deze gaat gekoppeld met een oikofilie, de liefde voor het eigene. Waar conservatisme zich zet tegenover de oikofobie, is het logische gevolg dat haar reactie is om een angst voor het andere en liefde voor het eigene tentoon te stellen. Het andere is hier dan de islam, het eigene het christendom.

Fobie en filia, angst en liefde zijn beide zaken van de ziel. We hebben op dit punt dus niet te maken met louter rationele begrippen, maar met begrippen waar gevoelens, intuïties en dergelijke een rol spelen. Precies het begrippenkader waar de traditionele psychologie zich op verlaat. Het heeft daarom ook geen zin om de hedendaagse conservatieve beweging om de oren te slaan met de feiten.

In een interview uit 2015 tijdens The Geologic Imagination spreekt Graham Harman over het onderscheid tussen Truth en Power in de hedendaagse politieke arena. “Truth politics (…) is the idea that we basically already know what the political truth is. (…) Power politics, the other side of the dispute, is the notion that there isn’t really any truth. Crudely put, whoever wins decides what the truth is: ‘history is written by the winners’.” De huidige conservatieve beweging bevindt zich op het vlak van Power. Wederom kunnen we stellen dat deze machtspolitiek meer in het domein past van de traditionele psychologie dan in het domein van de pure ratio. Het is niet dat de ratio afwezig is: er wordt nog steeds gedweept met wetenschap.

Terugkomend bij de promotie van het eigene van deze conservatieve beweging. Er wordt gesproken over cultuurchristendom. Dit betekent zoveel als het in stand houden van de christelijke tradities die Nederland rijk is. We hebben het dan over kerst, pasen en soms ook over pinksteren. De invulling van deze tradities is vooral bedoeld om de nationale psyche te stimuleren tot verbinding: tijdens Pasen neemt een groot deel van het land het verhaal van de lijdende christus tot zich. De gegoede burgerij wendt zich tot de Mattheüs Passion, terwijl de massa kijkt naar een Bekende Nederlander die de rol van Jezus op zich neemt tijdens de Passion van de Evangelische Omroep die wordt opgenomen in een van de steden die Nederland rijk is. Heet hangijzer is tegenwoordig het Sinterklaasfeest waarbij een onderdeel van het spel wat daar gespeeld wordt symbool is komen te staan voor racistisch Nederland, dan heb ik het uiteraard over zwarte Piet.

Waarom worden deze tradities zo aangegrepen als symbolen van identiteit? Wat zien cultuurchristenen terug in het christendom? Waardoor voelen zij zich aangesproken? We hebben gezien bij Bly dat we worden overspoeld door informatie waardoor we gedesensitiseerd zijn geraakt voor symboliek. De overvloed van informatie maakt de wereld ook complex. Door verschillende experts die in de Tegenlicht-aflevering worden opgevoerd wordt de sterkere complexiteit van deze wereld aangewezen als een verklaring van het stijgende conservatisme. De koppeling die we kunnen maken richting de tradities van het cultuurchristendom is gelegen in het ontduiken van die complexiteit. De christelijke tradities worden voorgesteld als simpele verhalen: een goedheiligman komt een keer per jaar langs met knechten op zijn boot om pakjes uit te delen aan kinderen die goed zijn geweest, terwijl kinderen die stout zijn geweest de roe krijgen. Een onschuldig kinderfeest, zoals deelnemers aan het pietendebat dikwijls claimen.

Het conservatisme biedt als het ware een zekere geborgenheid in een onzekere wereld. De film Sorry We Missed You (2019) laat op een mooie manier zien hoe de precaire situatie voor veel werkende lieden op dit moment is vormgegeven. De hoofdpersoon wordt eigen baas in dienst van een bedrijf. Het idee om eigen baas te zijn is aanlokkelijk, maar op het moment dat je als eigen baas alsnog in dienst bent van een bedrijf ben je overgeleverd aan de grillen van dat bedrijf. In dit geval specifiek aan de grillen van de technologie die deze eigen baas dicteren om zijn werk binnen gestelde tijden te doen zonder enige mogelijkheid om van die tijden af te wijken omdat er dan iemand klaar staat om zijn werk over te nemen. Het is een wereld van onzekerheid: je baan staat constant op het spel. Het is deze onzekerheid waar het conservatisme een antwoord op geeft.

Betekent het cultuurchristendom echter daadwerkelijk de herwaardering van de symboliek? Als conservatisme het cultuurchristendom biedt als een mogelijkheid om aan de onzekerheid van de wereld te ontsnappen, dan staat dit op gespannen voet met de complexiteit van Traditie met een kapitaal T.

De casus van het Sinterklaasfeest is hierbij een interessante. De discussie over zwarte Piet wordt voornamelijk gevoerd vanuit de overtuiging aan de ene kant dat er sprake is van een karikatuur van de zwarte mens, terwijl de conservatieve kant voornamelijk blijft hangen in de these dat een kinderfeest niet kan kwetsen en dat mensen die niet de intentie hebben om te kwetsen derhalve ook niet zullen kwetsen. Wat beide kanten lijken te missen is de gelaagdheid die in het opgevoerde spel ten tonele wordt gebracht.

Je hebt te maken met een heer en zijn knecht, wat een thema is dat op veel punten in de literatuur terug te vinden is. Denk aan Don Quichot en Sancho Panza, maar ook aan Frodo Balins en Sam Gewissies of Sherlock Holmes en dr. John H. Watson. Wat voor al deze meesters geldt is dat zij de superieure lijken in vergelijking met de knecht, maar de knecht heeft juist vaak een beslissende rol te vervullen. Het verhaal van Sinterklaas is geen uitzondering: hoewel Sinterklaas het grote boek heeft zijn het de pieten die er uiteindelijk voor zorgen dat de cadeaus belanden waar ze zouden moeten wezen. De heer en zijn knecht verwisselen van rol en dient zo tot een bezinning op wat het betekent om heer te zijn. Vervolgens is de kleur ook onderdeel van de klassieke licht versus donker symboliek. Waar licht vaak wordt geassocieerd met het goede en donker met het slechte, worden de rollen hier ook omgedraaid. Waar de nacht normaal gesproken angst inboezemt is het hier de persoon die lijkt op de nacht die het plezier komt brengen. Zo kunnen we dus met het verhaal van Sinterklaas concluderen dat symbolisch gesproken er niets mis is met zwarte Piet, in de zin dat er geen onderdanigheid vanuit gaat en er dus geen sprake is van een negatief stereotype. Hier moet wel worden opgemerkt dat zwarte Piet dus niet zo wordt ervaren, maar de karikatuur wordt vooral op de oppervlakte opgemerkt.

Het hedendaagse conservatieve verhaal blijft dus op het gebied van traditie aan de oppervlakte steken. Het biedt vooral een troostend perspectief van simpele waarheden die geponeerd kunnen worden ten overstaan van andere simpele waarheden. Door zich met religie te associëren lijkt het diepgang te geven, maar de diepgang ontbreekt.

The Young Pope als beeld van conservatisme
Kunnen we daarom concluderen dat conservatisme in al haar facetten geduid moet worden als een enigszins treurige poging om traditie nieuw leven in te blazen? De serie The Young Pope laat zien dat het ook anders kan. The Young Pope vertelt het verhaal van een kardinaal die door bijzondere omstandigheden om een jonge leeftijd paus wordt. Waar veel series het conservatieve christendom vaak omvormen tot een lyriek op het liberalisme, proef je in deze serie respect voor religiositeit. Hete hangijzers als het kindermisbruik en het homohuwelijk worden niet gebruikt om de kerk af te doen als een belachelijk instituut, maar op een respectvolle manier behandeld.

Het verhaal gaat dat deze jonge paus in plaats van zichzelf direct bekend te maken aan het publiek, interviews afslaat en lang wacht met zichzelf bekend maken aan de kardinalen als de nieuwe paus. Hij verbiedt zijn omgeving om foto’s van hem te maken. Hij wilt het mysterie van de kerk bevorderen. Paradigmatisch voor deze houding is een toespraak in de vijfde episode waar hij zijn plannen voor de kerk uiteenvouwt. Hij geeft deze toespraak in de Sixtijnse Kapel, waar hij op een zetel is binnengelopen uitgedost in alle benodigde rituele kledij nodig voor een paus. Dit in zichzelf overdonderd de kijker reeds met aaneengeregen symboliek en dit past ook bij wat er in de toespraak naar voren komt. Hij stelt dat de kerk er is voor God en niet voor de mens. “Brother cardinals, we need to go back to being prohibited / Inaccessible and mysterious / That’s the only way we can once again become desirable / That is the only way great love stories are born.” (The Young Pope s01e05) Deze paus promoot een weg voor het katholicisme die betekent dat ze haar weg terug zoekt naar de symboliek.

Hier spreekt een conservatisme, een orthopraxie, die niet getuigt van oppervlakkigheid. De geborgenheid die wordt gevonden bij het simpele cultuurchristendom verdwijnt bij de opgave van deze symbolische missie. Hier wordt geen blad voor de mond genomen, maar een pleidooi gegeven voor radicale overgave aan een mysterie. Als we het huidige conservatisme willen begrijpen, dan zien we hier een verhaal dat de x markeert op de schatkaart van het traditionele denken. Althans, de conservatieve jongeren die op zoek zijn naar echte diepzinnigheid maar afgescheept worden met een oppervlakkig idee over traditie en cultuur vinden in deze serie hun schatkist.

Opmerkelijk voor de hoofdpersoon en een centraal thema binnen deze serie is zijn eigen ontvadering: hij is opgegroeid als wees in een katholiek weeshuis en had een non als pleegmoeder. We zien tijdens de serie hoe hij worsteld met het feit dat zijn ouders hem hebben achtergelaten, maar we zien ook dat hij zijn kracht put uit de kerk. Wanneer Bly en Koerselman dus een ontvadering diagnosticeren binnen de huidige maatschappij, dan ligt er binnen de kerk een vaderrol voor het grijpen. We hebben immers te maken met Onze Vader, Die in de hemelen zijt (Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, etc. etc.). De houding waarin deze paus bidt getuigd ook van de verticaliteit waarnaar men tegenwoordig op zoek is. Hij kijkt omhoog en doet zo een appel op die vader.

De these dat afwezigheid doet begeren is geïnspireerd door de afwezigheid van zijn eigen ouders. Maar God zelf maakt ook Zijn aanwezigheid niet ten allen tijde duidelijk. Op een gegeven moment zegt de paus dat hij niet in God gelooft, terwijl de kijker reeds enkele daden van hem heeft gezien die doen vermoeden dat er een goddelijke macht in het spel was. Het is in ieder geval duidelijk dat de paus twijfelt, maar wel verlangt en vertrouwt op hetgeen hij niet kan zien. Misschien gelooft hij niet in God zoals kerkgangers geloven in God, maar hij gelooft wel in een Kracht. Hij gelooft in een Symbool. Hij gelooft in de Traditie. Hij gelooft in het Geloof.

Het is deze sensibiliteit die ontbreekt in het hedendaagse conservatisme. Als traditie meerdere levels heeft dan is het hedendaagse conservatisme bij level twee beland, terwijl de Grandmaster van Traditie een aantal deuren verder opwachting maakt om meester gemaakt te worden. In Genesis 32:24-32 valt te lezen dat Jakob zijn transformatie maakt tot Israël nadat hij met een ongeïdentificeerde Man vecht. Hij komt de naam niet te weten, ook niet nadat hij heeft gevraagd naar de naam, want de Man antwoord met een vraag. Hij doet een beroep op de impliciete kennis van Jakob. Het is deze impliciete kennis die Mees legt in de Traditie en het is deze impliciete kennis die het hedendaagse conservatisme nog niet heeft ontdekt.

Formulering van een antwoord
We hebben onszelf aan het begin de vraag gesteld wat het betekent om conservatief te zijn in de 21e eeuw. Vanuit de diagnose van de ontvadering kunnen we destilleren dat de hedendaagse conservatieve beweging de probleemstelling aan haar kant heeft staan. Het biedt een antwoord op een vraag die minder snel door andere stromingen beantwoord zal worden. Tegelijkertijd is het hedendaagse conservatisme net zo goed oppervlakkig als het gedachtegoed wat voor de ontvadering heeft gezorgd. Het hedendaags conservatisme gaat gebukt onder een schijnverticaliteit met mooie sprookjes zonder dat de symboliek daadwerkelijk pakt.

In zoverre het hedendaags conservatisme een hang is naar een simpele wereld, een ontsnappen is uit de complexiteit, is de allure begrijpelijk, maar de stroming is te zwak om ook daadwerkelijk een oplossing te bieden voor de symbolische leegte die onze samenleving plaagt. Om te ontsnappen uit de symbolische leegte zal het hedendaags conservatisme verder moeten gaan dan louter het uitspreken van een liefdesverklaring aan het cultuurchristendom. Ze zal zich moeten gaan verdiepen in dat christendom. Wat ze dan gaat treffen is moeilijk te voorspellen, maar het kan zijn dat deze verdieping een grotere worsteling is dan de complexiteit die onze huidige tijd treft.

[1] Een interessant artikel in dit kader is 4chan: The Skeleton Key to the Rise of Trump die beschrijft hoe dit forum een belangrijke rol heeft gespeeld in de winst van Trump.

Literatuur
Bly, R. (1996). The Sibling Society. Penguin
Mees, G. H. The Revelation in the Wilderness: Book of Signs (vol.3). Geraadpleegd via https://medium.com/the-revelation-in-the-wilderness/tagged/signs

Dit essay is geschreven in het kader van Symbolisch Leven van Ad Verbrugge (c.s.) in de MA Filosofie van Cultuur en Bestuur aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

Eurobonds zijn niet hetzelfde als solidariteit

Er is in de afgelopen dagen een storm van kritiek gekomen naar aanleiding van de Nederlandse houding op het Europese speelveld: ze zouden zich niet solidair tonen met de rest van de Europese landen. Wopke Hoekstra ging daarom recent door het stof en stelde dat we wel degelijk solidair moeten zijn, waar vervolgens de overige landen nu politiek garen bij spinnen om een specifiek economisch instrument door te voeren: de eurobonds.

Wat zijn eurobonds? Eurobonds in de context van de coronacrisis zijn een manier om als Europese Unie collectief schulden aan te gaan via de Europese Investeringsbank. Op dit moment zijn de economische posities van landen als Nederland en Duitsland vrij krachtig op de kapitaalmarkt en kunnen deze landen tegen weinig rente staatsobligaties de deur uit doen, terwijl landen als Spanje en Italië minder goede posities hebben en derhalve een hogere rente moeten betalen. Op het moment dat de Europese Unie besluit om gezamenlijk schulden aan te gaan, dan staat de gehele Europese markt garant voor de positie van de schulden en het idee is dat dit betekent dat de rente die betaald wordt over de leningen als het ware genivelleerd wordt.

Het is de garantie van de Europese markt waar een addertje onder het gras zit. De garantie kan je vergelijken met je ouders die garant voor je staan zodat je een hypotheek kunt nemen om een huis te kopen wanneer je zelf nog niet op een positie in de arbeidsmarkt bent om vanuit je eigen zakken dat huis te kopen. Je ouders hebben een stabiel inkomen, dus de bank vertrouwt dat ze haar lening terugbetaald krijgt als je ouders garant staan. De financiële kredietmarkt werkt globaal op dezelfde manier: Nederland heeft een stabiele economie en handelaren vertrouwen erop dat Nederland garant kan staan op het moment dat het Italië niet lukt om de schulden te voldoen.

Voordat ik naar het addertje ga moet opgemerkt worden dat dit in zichzelf geen probleem vormt: er worden nieuwe schulden aangegaan, dus het is niet een al bestaande begroting waarvandaan plots een smak geld richting de minder stabiele landen gaan. De rente wordt dan wel genivelleerd, maar het zijn niet onze kosten. Althans, zolang de minder stabiele landen aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.

Hier komt het addertje: de garantie moet niet komen van slechts enkele landen binnen de Europese markt, maar van de Europese markt als geheel. Het zijn niet slechts je ouders, maar de combinatie van je ouders en jouw toekomstige arbeidsmarktperspectieven die de bank vertrouwen geven om de lening te verstrekken. Hoe zorg je ervoor dat je als Europese markt als geheel het vertrouwen krijgt op de internationale kredietmarkt? Dit lukt enkel op het moment dat je als Europese markt een consistent federaal economisch beleid voert:

“The easiest way would be to transfer whole parts of the national budgets to the European budget, under the authority of European institutions. For instance, it could be decided that health systems would no longer be under the authority of member states but would become a European competence. Decisions on health issues – hospitals to close or open, salaries, procurement, insurance, etc. – would be decided in Brussels, including overall spending and how to finance it (either through revenues or debt).

Other examples could be offered of which parts of national budgets could be transferred to the European level, providing the latter with sufficient guarantees for raising new debt. These may range from unemployment insurance to general welfare. It means, however, that key decisions such as the retirement age would become a European decision rather than a national one.”

Aldus Lorenzo Bini Smaghi. Kort gezegd betekent dit dat in ieder geval een cruciaal gedeelte van de nationale overheidsgelden op Europees niveau geregeld zouden moeten worden. Geen stabiele garantie zonder een eenvormige stabiele markt en geen eenvormige stabiele markt zonder eenvormig economisch politiek beleid. Wanneer er op Europees niveau besloten wordt om deze eurobonds uit te geven is dat een nieuwe stap in de richting van het verlies van nationale soevereiniteit op het gebied van de economie.

Ik ben persoonlijk groot voorstander van de Europese Unie, maar dit is een stap die in mijn ogen verder gaat dan nodig is om solidariteit te tonen met landen die het moeilijk hebben in verband met de coronacrisis. De eurobonds zijn een Trojaans paard dat Brussel binnen wordt gereden, terwijl we binnen de EU door de coronacrisis nu ook opgescheept zitten met een de facto dictatuur die bovendien disproportioneel veel geld verschaft hebben gekregen uit het al bestaande coronafonds.

De coronacrisis is niet het moment om middels een economisch instrument in de toekomst nog meer Europees federalisme af te dwingen. We moeten niet wegspringen voor onze verantwoordelijkheid als stabiel land ten opzichte van een groot gedeelte van onze afzetmarkt, maar solidariteit vertaald zich niet direct in eurobonds. We zouden in plaats daarvan ook kunnen streven naar een solidariteitsbeleid op bilateraal niveau of zelfs van burger tot burger.

Waarom besluiten we als Nederland en Duitsland niet om een gedeelte van onze staatsschuld te reserveren voor het investeren in de Italiaanse en Spaanse economie waarbij we deze steun verlenen op basis van de voorwaarden die ons redelijk lijken in plaats van afhankelijk te zijn van de grillen van de zuidelijke overheden? Waarom zorgen we naast een ZZP-fonds niet ook voor een collectieve inzamelingsactie voor de landen die het meest getroffen zijn?

Er zijn genoeg manieren om te bedenken om de economie van de Europese markt uit het slop te trekken die ons niet genoodzaakt zien om verregaande politieke beslissingen nemen, die niet gedragen worden door de Nederlandse bevolking, maar naar ik vermoed noch door bijvoorbeeld de Italiaanse bevolking, want ook daar zal de roep om soevereiniteit niet verstommen. Het virus is ons overvallen, daar kunnen we niets aan doen en het zou onmenselijk zijn om de meest kwetsbare mensen in Fort Europa niet op de een of andere manier te helpen, maar eurobonds zijn niet de manier. Eurobonds zijn een slinks politiek instrument waar Wopke Hoekstra en consorten met recht zich tegen verzet hebben op Europees niveau.

Deze opinie is op 1 april ingezonden naar The Post Online, maar niet gepubliceerd